Het ontstaan van de Tuin van Jan
Ooit een ongebruikt binnenterrein, nu een weerproof paradijstuin en ontmoetingsplek voor de buurt. “Kinderen komen op zondag de hele dag water pompen en gaan met gietertjes rond om te bewateren.”
Aan het Jan Maijenplein in Amsterdam-West, tussen de Jan Evertsenstraat en de Jan van Galenstraat, lag jarenlang een onbenutte binnentuin achter een oud schoolgebouw. Arnoud Hekkens van stichting Jan Maijen Collectief werkte er vier jaar toen de oude school als buurtbroedplaats werd gebruikt. “Het binnenterrein is aangelegd als speelplaats voor de school. Toen wij kwamen lagen er stoeptegels, drie fietsenhokken en een border met verwilderde vlinderstruiken. Verder niks.”
Arnoud zag dat na iedere regenbui de tuin blank stond. “Het schoolgebouw heeft twee gymzalen die verzonken liggen, dus zodra de tuin blank stond liepen het regenwater de gymlokalen in. Zo’n binnentuin is dan een soort badkuip: dat water kan geen kant op.”
Om de binnentuin een nieuwe invulling te geven, besloten de broedplaats-gebruikers in 2011 het ‘Pop-Up Park’ te organiseren, de tuin werd tijdelijk opengesteld voor de buurt. De buren werd gevraagd wat voor openbare tuin zij daar zouden willen hebben. Op basis van alle ideeën is een tuinontwerp gemaakt.
© Linda Rusconi
Een regentuin
Bewoners kregen dus een belangrijke stem in het ontwerp. Zij hadden drie eisen: het moest stil zijn, er moest water zijn, en veel bloemen, geuren en kleuren: een zogenaamde ‘paradijstuin’. Het ontwerp is gemaakt door Sanne Horn, die ook de beplanting voor de nieuwe tuinen van het Rijksmuseum heeft gedaan. Stadsecoloog Martin Melchers en hydroloog Johannes Frohlich werden ook bij de tuin betrokken. DonkerGroen heeft de uitvoering gedaan.
“Die professionele begeleiding is belangrijk,” zegt Arnoud: “Ontwerpen is een vak apart.”
Met dit ontwerp zijn we naar het stadsdeel en de woningcorporatie gestapt. Met financiering van het stadsdeel en Woonstichting De Key.
(eigenaar van het gebouw en binnenterrein) is de tuin er uiteindelijk gekomen. In mei 2013 werd De Tuin van Jan geopend.
Een groot probleem was de wateroverlast. “De gehele drainage moest opgeknapt en vernieuwd worden,” zegt Arnoud. Een taak die De Key op zich nam. Toch is er bij extreme regenval nog sprake van wateroverlast, bijvoorbeeld tijdens de hoosbui van 28 juli 2014. Arnoud: “De tuin heeft zich toen goed gehouden, de vijver is niet overstroomd, maar het dak hierachter is een drama. De achterkanten van de winkels aan de Jan Evertsenstraat hebben één regenafvoer. De gammele waterpijp kon al het water niet aan. Het water stroomde langs de achtergevels zo de kelders van de Jan Eef in.”
“Die tegels moeten er uit, pas dan werkt de stad als ‘spons’.”
De tuin van Jan is een regentuin geworden. “Vanaf het begin riep stadsecoloog Martin Melchers: ‘Die tegels moeten eruit, anders groeit er niets en pas dan werkt de stad als ‘spons’”. Het waterprobleem was een mooi vertrekpunt voor het ontwerp. Daar kwam bij dat omwonenden graag een fontein wilden.
Regen, hitte en droogte
Arnoud: Doordat we tegels vervingen voor planten, is de tuin niet alleen regenbestendig maar ook hittebestendig. Op hete zomerdagen bieden de planten verkoeling. Bij grote droogte gebruiken we handpompen om grondwater op te pompen. En de regenvijvers zijn waterbuffers die constant worden aangevuld met Amsterdams grondwater.
© Merlijn Michon
Het hemelwater wordt nu opgevangen in twee vijvers. “De kinderen uit de buurt komen zondag de hele dag water pompen en gaan met gietertjes rond om te bewateren. Bij de vijvers liggen de kinderen te kijken wat er allemaal leeft. Ze leren over de plantjes en beestjes en dat er water in de grond zit. Dat is iets wat veel kinderen niet weten.”
“Er zitten zo veel kanten aan water, dat zie je in de Tuin van Jan goed terugkomen.”
Ook zijn er waterbassins aangelegd. “Die vertellen het verhaal van de symbolische waarde van water. In een Paradijstuin wordt de hemel in het water gereflecteerd. De fontein in het midden staat voor de bron van al het leven. Er zitten zo veel kanten aan water, dat zie je in de Tuin van Jan goed terugkomen. Dat wisten we van te voren ook niet hoor,” zegt Arnoud.
De tuin wordt door bewoners beheerd en is iedere zondag opengesteld voor publiek, gemiddeld komen er 35 bezoekers langs op een dag. “De omwonenden hebben een streng reglement opgesteld, wat heel goed is voor de tuin,” denkt Arnoud. Toch is een paradijstuin niet altijd haalbaar in de drukke stad. “In een paradijstuin hoort het lekker te ruiken naar bloemen en honing, maar hierachter bakt de visboer vis en de slager bacon. Dus dat lukt niet altijd,” lacht hij.
Tips en leerpunten van Arnoud
Een goede buurtcoördinator is onmisbaar
“Dat is je oliemannetje. De buurtcoördinator is een soort ‘fixer’. Voor de Tuin van Jan heeft de buurtcoördinator bemiddeld bij het bodemonderzoek en potjes geld gevonden voor dit soort initiatieven. “Ik als burger had daar geen zicht op.”
De financiering is van stadsdeel West en vanuit De Key gekomen. Het beheerplan is samen met bewoners en De Key opgesteld voor een periode van tien jaar. De Key betaalt ook mee aan het beheer.
Durf te doen
De groep bewoners kreeg met de binnentuin opeens een hoop meer verantwoordelijkheden. Dat begon al met het bodemonderzoek, maar zit ook in het beheer van de tuin. “Je moet dit soort verantwoordelijkheden niet onderschatten,” denkt Arnoud. “Het is belangrijk dat je mensen hebt die durven. En, niet onbelangrijk: “Je moet er zelf in geloven. Als het niet uit je eigen hart komt dan red je het niet.”